
Bij het Gezondheidszorg College van ROC Midden Nederland stond de tentoonstelling ‘Komt een mens bij de dokter’ centraal in een serie lessen rondom inclusieve zorg. Deze expositie – op initiatief van WOMEN Inc., Rutgers en COC Nederland – reist inmiddels al drie jaar langs ministeries, ziekenhuizen en medische vakgroepen, en nu dus ook in het onderwijs. Het doel? Zichtbaar maken hoe verschillen in sekse, gender en seksuele oriëntatie een rol spelen in de zorg. Want die zorg is nog vaak ingericht op ‘de standaard mens’, en dat is meestal de witte man. Daar mogen en moeten we bewust van worden, zeker in het mbo, waar de zorgprofessionals van de toekomst worden opgeleid. Docent Eveline Wit vertelt hoe zij met haar studenten aan de slag ging met het thema en wat het hen opleverde.
Hoe heb je de tentoonstelling ervaren?
"Ik vind het supergoed dat de tentoonstelling er was. De verhalen zijn mooi, ontroerend en zetten aan tot nadenken. Tegelijkertijd is het ook zoeken: wat werkt wel, en wat werkt niet? Wat wij goed hebben gedaan, is dat we het een week lang elke dag in de dagstart hebben aangekondigd, zodat alle docenten goed op de hoogte waren van de voorstelling. Iedere studentcoach nam de klas mee naar de tentoonstelling. Dat zorgde voor betrokkenheid en veel positieve verhalen uit de klassen."
Wat leverde het op in de les?
"De tentoonstelling bood een mooie aanleiding om in de les in gesprek te gaan over hoe mensen zich gezien en gehoord voelen in de zorg – of juist niet. Studenten herkenden situaties uit hun eigen leven. Zo vertelde een studente met een Afrikaanse achtergrond dat haar lage Hb-waarde vaak niet serieus werd genomen. Dat soort verhalen maken het onderwerp echt. Uiteindelijk gaat het over het herkennen van minderheden, over man-vrouw verschillen, over culturele achtergronden. En over hoe je als zorgprofessional leert om daarmee om te gaan."
Wat werkte goed in jouw aanpak?
"Ik heb casuïstiek uitgedeeld in groepjes. De opdracht was: wat zie je, wat hoor je, wat valt je op? Studenten moesten hun aannames toetsen. Die oefening werkte goed, zeker in klassen waar studenten wat introverter zijn. Ook sloot ik aan bij hun belevingswereld: ik vroeg bijvoorbeeld bij de portretten ‘Heb jij je wel eens niet begrepen gevoeld bij de dokter?’ Dat leverde eerlijke gesprekken op."
Welke lessen of tips wil je meegeven?
- Maak het persoonlijk. Kies iets uit je eigen leven wat aansluit bij de portretten en deel dit in je klas. Door je eigen kwetsbaarheid durven studenten ook eerder zelf wat te delen. Ik heb zelf in vijf klassen verteld over mijn ervaring met een hersenbloeding op jonge leeftijd. Die persoonlijke insteek raakt studenten en opent het gesprek.
- Houd het dichtbij. Studenten vertelden over menstruatieklachten die ze nauwelijks bespreekbaar durven maken, ook niet op stage. Zulke thema’s zijn waardevol om samen te verkennen.
- Wees creatief. De toolkit vond ik lastig te gebruiken, dus ik heb zelf PowerPoints en opdrachten gemaakt. Casuïstiek werkt goed – zolang het aansluit bij de praktijk en belevingswereld van studenten.
- Blijf het verbinden aan de zorgpraktijk. In een les over multiculturele zorg koppelde ik een casus over een transman aan de tentoonstelling. Hoe zorg je dat iemand zich gezien voelt? Die vertaalslag is essentieel.
Tot slot:
"Niet iedereen doet meteen mee, en dat is ook oké. Maar als het lukt om studenten te raken, dan zijn het lessen die ze meenemen. En dat is precies wat we willen: studenten opleiden tot zorgprofessionals die de mens áchter de patiënt zien."