Niveaus en toelatingsvoorwaarden

Vanuit het vmbo, mbo of de havo kun je instromen in het mbo. Je vooropleiding (leerweg) bepaalt op welk mbo-niveau je kunt starten. Na je diplomering op het mbo kun je naar een volgend mbo-niveau doorstromen, verder studeren aan het hbo of gaan werken.

Vier opleidingsniveaus

Het mbo-onderwijs heeft vier opleidingsniveaus.

Entree (niveau 1) Assistentenopleiding
Niveau 2 Basisberoepsopleiding
Niveau 3 Vakopleiding
Niveau 4 Middenkaderopleiding

Entreeopleiding

Je werkt als assistent en je voert eenvoudige taken uit onder begeleiding van collega’s. Je kunt op dit niveau beginnen zonder vooropleiding. 

Niveau 2: Basisberoepsopleiding

Je wordt opgeleid tot vakman/vakvrouw. Je bent vooral praktisch bezig en doet uitvoerend werk. 

Niveau 3: Vakopleiding

Je kunt zelfstandig aan de slag in jouw vakgebied. 

Niveau 4: Middenkaderopleiding

Je voert volledig zelfstandig je werk uit en bent breed inzetbaar. Ook kun je een specialisatie ontwikkelen of een leidinggevende functie vervullen. Je kunt doorstromen naar het hbo. 

Minimale vooropleidingseisen per niveau

 

Entree (niveau 1) Geen diploma vooropleiding
Niveau 2 Diploma vmbo basisberoepsgerichte leerweg
Niveau 3 Diploma vmbo kaderberoepsgericht, gemengde of theoretische leerweg
  Overgangsbewijs van klas 3 naar 4 op havo of vwo 
Niveau 4 Diploma vmbo kaderberoepsgericht, gemengde of theoretische leerweg
  Overgangsbewijs van klas 3 naar 4 op havo of vwo 
MHBO (niveau 4) Diploma vmbo theoretische leerweg met de minimaal vereisten cijfers* op je eindlijst
  Overgangsbewijs van klas 4 naar 5 havo of vwo  

*Kijk bij de mhbo-opleiding van jouw keuze voor deze minimale cijfers. 

Aanvullende toelatingsvoorwaarden
Er zijn opleidingen met aanvullende toelatingsvoorwaarden, dat noemen we selectie-opleidingen. Opleidingen van het Sport College, Veiligheid & Defensie College, Theater (performer), De Dansopleiding en de tweetalige International Business Studies hebben selectie- of auditieprocedures.

Toelatingsonderzoek
Als je niet voldoet aan de vooropleidingseisen, kun je in uitzonderlijke gevallen in aanmerking komen voor een toelatingsprocedure. Hoe dit werkt en wat deze procedure inhoudt leggen we hier uit. 

Twee typen mbo-onderwijs: bol en bbl

Je kunt een opleiding volgen via de beroepsopleidende leerweg (bol) of de beroepsbegeleidende leerweg (bbl).

Bol: school en stage

Bol betekent beroepsopleidende leerweg. Volg je een bol-opleiding dan volg je lessen op school en daarnaast ga je verschillende keren op stage in de beroepspraktijk.

Student in gesprek met docent

Bbl: werken en leren

Wil je veel in de praktijk leren en minder naar school gaan? Kies dan voor een bbl-opleiding. Je leert vooral door 'te doen'. Je gaat ongeveer 4 dagen per week werken bij een erkend leerbedrijf en je gaat 1 dag per week naar school. Op de website van stagemarkt vind je alle erkende leerbedrijven en de beschikbare leerwerkplekken.

Studenten aan het werk

Switchen tussen bol en bbl

Je kunt overstappen tussen een bol- en bbl-opleiding. Bijvoorbeeld als je start met een bol-opleiding en na je stage kan blijven werken bij je stagebedrijf. In overleg met je opleiding mag je dan meestal overstappen naar de bbl-variant van je opleiding (als die er is).

Heb je vragen?

Studiekeuzevragen? Vraag het ons voorlichtingscentrum: